Er is sinds 1969 veel veranderd in de positie tussen mannen en vrouwen.
Vanaf 1969
zijn er fors meer vrouwen gaan werken maar meestal in deeltijd. Vrouwen zijn
daardoor nog steeds afhankelijk van het inkomen van de partner of zij hebben
een uitkering.
Mede omdat
vrouwen nog steeds minder verdienen in dezelfde functie dan mannen.
Zowel mannen
als vrouwen zijn tussen 1969 en 2012 in totaal minder uren gaan werken.
Ook de
introductie van de pil in 1963 heeft ervoor gezorgd dat de gezinssamenstelling
is veranderd want er worden aanzienlijk minder kinderen geboren in 2012 dan in
1969.
Wel blijven
vrouwen hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de zorg en de opvoeding van de
kinderen. Hierdoor gaan vrouwen vaak minder buitenshuis werken.
Er is meer
hulp in de huishouding gekomen voor vrouwen, doordat mannen hier meer uren aan
besteden.
Meer vrouwen
doen hun intrede op belangrijke posities zoals in de tweede kamer waar in 2014
reeds 38% vrouw was. En ook in het bedrijfsleven staan tegenwoordig meer
vrouwen aan de top, want zo’n 10% is vrouw op hoge posities in het
bedrijfsleven.
De
rechterlijke macht bestaat voornamelijk uit vrouwen in 2013, dit percentage is
58% vrouwelijk rechters in Nederland.
Persoonlijk
vind ik dit een goede ontwikkeling dat vrouwen hun steentje bijdragen aan de
inkomsten binnen een gezin. Ook de inspanningen van mannen om zich meer bezig
te houden met de verzorging en opvoeding van kinderen spreekt mij zeer aan. Samen
de huishouding doen is prima en daarbij een evenwichtige verhouding in de taakverdeling
tussen man en vrouw.
In mijn
gezin is er reeds een evenredige verhouding want we verdienen evenveel. We besteden
ongeveer dezelfde hoeveelheid uren aan werk, verzorging/opvoeding en het
huishouden.
VOOR DE VOLLEDIGE UITWERKING VAN DE MODULE INFORMATIE VEILIGHEID KLIK HIER
Reacties
Een reactie posten